Lannoy, C. de

Island–island and island–mainland movements of the Curaçaoan long-nosed bat, Leptonycteris curasoae

Of the 3 species comprising the genus Leptonycteris Miller, L. curasoae has been the least studied with respect to its long-distance flights and potential for seasonal migrations. We studied long-distance movements between islands and between islands and the mainland in the Curaçaoan long-nosed bat. We used mark–recapture with periodic sampling and marking of bats in Aruba, Curaçao, Bonaire, and 1 location (Butare) in Falcón State, on the Venezuelan coastline. Between October 2008 and April 2014, we captured a total of 7,518 individuals at 11 sites (Aruba: n = 1,827, Curaçao: 778, Bonaire: 4,128, and Butare: 785). Between 78.3% and 98.0% of the bats captured at each island and mainland were marked, and the overall percentage of recaptured animals across all sampling sites was 8.31% (n = 529). L. curasoae inhabits the 3 islands year-round. On each island, it roosts in several caves, which can be used alternatively by the same individuals. Despite being a resident species, L. curasoae can perform long-distance oversea flights between islands and between islands and the South American mainland. A total of 11 long-distance flights were recorded (2 Bonaire–Aruba, 4 Bonaire–Curaçao, 1 Curaçao–Bonaire, 1 Bonaire– Venezuela, and 3 Aruba–Venezuela). We propose that populations of this species in Aruba, Curaçao, Bonaire, and Falcón State, Venezuela, exchange individuals, and part of the insular populations migrate seasonally southward as a response to cyclical changes in local resource availability and the yearly reproductive regime. 

Date
2015
Data type
Scientific article
Theme
Research and monitoring
Geographic location
Aruba
Bonaire
Curacao

Inventarisatie vegetatie Terrassen Landschap Midden Bonaire (Caribisch Nederland)

Het Terrassenlandschap Midden Bonaire (TLMB) is een groot gebied (ca. 3350 ha) in het midden van het noordelijke deel van Bonaire en bestaat voornamelijk uit kalksteenterrassen en –heuvels (zie Fig. 1). Het gebied is geologisch gezien vrij complex en bestaat uit: een vrij goot gebied dat in het Eoceen is ontstaan (omgeving Porta Spaño), en verder ook uit de Seroe Domi Formatie, eolianieten en zowel erosie- als depositieterrassen (de Buisonjé 1974). Van deze laatste twee formaties zijn in het gebied het Laag, Midden en Hoger Terras te vinden. Het gebied begint in het oosten bij Seru Largu en loopt door tot aan het Gotomeer in het westen. In het noorden loopt het kalksteengebied door tot aan het noordkustgebied dat ligt tussen Boca Onima in het westen en Leeuwaarden in de omgeving van het landsailing circuit in het oosten.

De hogere delen van het gebied vallen onder het sub-landschapstype TH1 dat circa 3⁄4 deel van het TLMB uitmaakt (De Freitas et al. 2005) (zie Fig. 2). In dit gebied valt ook de sub- landschapstype TH2 te onderscheiden welke alleen in Roi Sangu te vinden is. Beide gebieden zijn voor het natuurbehoud op Bonaire belangrijk omdat ze enkele van de minst verstoorde vegetatietypen van het eiland bevatten. Verder komen in het gebied de volgende landschapseenheden voor: B1, TL6, TL8, TL9, TL1 TM6, TM5, TM4, E1, E2, TM8, TM9, TM7, en D3. De Freitas et al. (2005) geven aan dat TH1, TH2, TM4, TM6, E1 en D3 bijzondere conserveringswaarde hebben op grond van de erin voorkomende relatief onverstoorde en goed ontwikkelde vegetatietypen. Met uitzondering van D3 komen deze landschapstypen en de daarbij behorende vegetatietypen niet voor in het wettelijk beschermde Nationaal Park Washington-Slagbaai. Het B1 landschap is ook van belang gezien de relatief weinig verstoorde conditie waarin het verkeert. In het Natuurbeleidsplan Eilandgebied Bonaire (1999) is voorgesteld om het TLMB gebied (inclusief de Laag Terrassen) tot Eilandelijk Natuurgebied te bestemmen. In genoemd natuurbeleidsplan staat het volgende over de ecologische betekenis van het gebied:

‘De gebieden in de bergen ten zuiden en oosten van het dorp Rincon zijn ruig en slecht toegankelijk en daarom veel minder in cultuur gebracht dan de valeigronden. Het terrassenlandschap bestaat uit de deelgebieden Rooi Sangu, Tolo en Colombia. Deze natuurgebieden (mondi) zijn van grote betekenis voor de natuur op Bonaire. Men treft er veel van de op Bonaire voorkomende plantensoorten aan. De gebieden zijn leef- en voedselgebied voor tal van inheemse vogelsoorten, waaronder de Lora, Prikichi, Chuchubi spaño, kolibries, duiven en zeldzame roofvogels als de Warawara en de Falki, en voor (de endemische) hagedissen en de Yuana.’

In het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Bonaire (R.O.B.; Eilandgebied Bonaire 2010) heeft het overgrote deel van het TLMB de bestemming ‘Natuur’ gekregen. In het R.O.B. heeft het noordelijke Laag Terras landschap de bestemming ‘Open Land’ gekregen en het B1 landschap de bestemming Recreatie. In een andere publicatie is het noordelijke deel van het TLMB als ‘Important Bird Area’ (IBA) aangegeven (Wells & Debrot 2008). Figuur 3 geeft een illustratie van alle IBA’s op Bonaire. Het westelijk deel van het gebied AN011 valt binnen het TLMB gebied. 

Date
2013
Data type
Research report
Theme
Research and monitoring
Report number
BON-201203-01.1
Geographic location
Bonaire