Inventarisatie vegetatie Terrassen Landschap Midden Bonaire (Caribisch Nederland)

Het Terrassenlandschap Midden Bonaire (TLMB) is een groot gebied (ca. 3350 ha) in het midden van het noordelijke deel van Bonaire en bestaat voornamelijk uit kalksteenterrassen en –heuvels (zie Fig. 1). Het gebied is geologisch gezien vrij complex en bestaat uit: een vrij goot gebied dat in het Eoceen is ontstaan (omgeving Porta Spaño), en verder ook uit de Seroe Domi Formatie, eolianieten en zowel erosie- als depositieterrassen (de Buisonjé 1974). Van deze laatste twee formaties zijn in het gebied het Laag, Midden en Hoger Terras te vinden. Het gebied begint in het oosten bij Seru Largu en loopt door tot aan het Gotomeer in het westen. In het noorden loopt het kalksteengebied door tot aan het noordkustgebied dat ligt tussen Boca Onima in het westen en Leeuwaarden in de omgeving van het landsailing circuit in het oosten.

De hogere delen van het gebied vallen onder het sub-landschapstype TH1 dat circa 3⁄4 deel van het TLMB uitmaakt (De Freitas et al. 2005) (zie Fig. 2). In dit gebied valt ook de sub- landschapstype TH2 te onderscheiden welke alleen in Roi Sangu te vinden is. Beide gebieden zijn voor het natuurbehoud op Bonaire belangrijk omdat ze enkele van de minst verstoorde vegetatietypen van het eiland bevatten. Verder komen in het gebied de volgende landschapseenheden voor: B1, TL6, TL8, TL9, TL1 TM6, TM5, TM4, E1, E2, TM8, TM9, TM7, en D3. De Freitas et al. (2005) geven aan dat TH1, TH2, TM4, TM6, E1 en D3 bijzondere conserveringswaarde hebben op grond van de erin voorkomende relatief onverstoorde en goed ontwikkelde vegetatietypen. Met uitzondering van D3 komen deze landschapstypen en de daarbij behorende vegetatietypen niet voor in het wettelijk beschermde Nationaal Park Washington-Slagbaai. Het B1 landschap is ook van belang gezien de relatief weinig verstoorde conditie waarin het verkeert. In het Natuurbeleidsplan Eilandgebied Bonaire (1999) is voorgesteld om het TLMB gebied (inclusief de Laag Terrassen) tot Eilandelijk Natuurgebied te bestemmen. In genoemd natuurbeleidsplan staat het volgende over de ecologische betekenis van het gebied:

‘De gebieden in de bergen ten zuiden en oosten van het dorp Rincon zijn ruig en slecht toegankelijk en daarom veel minder in cultuur gebracht dan de valeigronden. Het terrassenlandschap bestaat uit de deelgebieden Rooi Sangu, Tolo en Colombia. Deze natuurgebieden (mondi) zijn van grote betekenis voor de natuur op Bonaire. Men treft er veel van de op Bonaire voorkomende plantensoorten aan. De gebieden zijn leef- en voedselgebied voor tal van inheemse vogelsoorten, waaronder de Lora, Prikichi, Chuchubi spaño, kolibries, duiven en zeldzame roofvogels als de Warawara en de Falki, en voor (de endemische) hagedissen en de Yuana.’

In het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Bonaire (R.O.B.; Eilandgebied Bonaire 2010) heeft het overgrote deel van het TLMB de bestemming ‘Natuur’ gekregen. In het R.O.B. heeft het noordelijke Laag Terras landschap de bestemming ‘Open Land’ gekregen en het B1 landschap de bestemming Recreatie. In een andere publicatie is het noordelijke deel van het TLMB als ‘Important Bird Area’ (IBA) aangegeven (Wells & Debrot 2008). Figuur 3 geeft een illustratie van alle IBA’s op Bonaire. Het westelijk deel van het gebied AN011 valt binnen het TLMB gebied. 

Back to search results